Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik uw [41]paarden uit het midden van u zal uitroeien, en Ik zal uw wagenen verdoen. 41. De Heere wil hier en in het volgende zeggen dat Hij alles, waarmede zijn volk Hem nu zolang onteerd en vertoorn had, zal wegnemen, te weten den vleselijken arm, allen ijdelen, afgodischen en duivelsen toeverlaat; en zijne kerk alzo heiligen, dat zij zich op Hem alleen verlate, Hem alleen godsdienstig ere en diene, en onder zijne bescherming zeker zijnde, door zijne macht en oordelen over al hare vijanden zegeviere. Verg. Hos.1:7, en Hos.14;4 met de aantekening.